Een 'digital first'-benadering van personeelsbeloningen in een post-pandemische wereld
In de schijnwerpers staan personeelsbeloningsprogramma's en de teams die deze leveren, beheren en erover rapporteren. De aandacht van de C-suite hiervoor is toegenomen.
Daarnaast is het belang van het bieden van een wereldwijd consistente werknemerservaring exponentieel gegroeid, versneld door de pandemie.
Welzijn was zoals verwacht een belangrijk aandachtspunt wat betreft ondersteuning en financiering, en investeringen in personeelsbeloningen en technologie namen over de hele linie toe. Organisaties hebben echter nog veel werk te doen als het gaat om het maximaliseren van hun gebruik van data en analyses.
Krijg een diepgaande inkijk in de nieuwste trends op het gebied van personeelszaken, secundaire arbeidsvoorwaarden en technologie.
De meeste organisaties hebben hun secundaire arbeidsvoorwaarden gewijzigd als reactie op de pandemie, waarbij bij meer dan 7 op de 10 organisates de totale uitgaven toenamen. Maar deze hogere kosten vragen om meer toetsing – bij 88% van de HR- en benefitsteams is er meer betrokkenheid vanuit de C-suite.
Onze bevindingen tonen aan dat werkgevers worstelden met het verzamelen van gegevens om te bewijzen hoe de veranderingen die ze aanbrachten van invloed waren op werknemers. Een vijfde van de organisaties gebruikt helemaal geen werknemers data in hun rapportage en degenen die dat wel doen, worden geconfronteerd met een aantal belemmeringen:
Toegankelijke beschrijving van de grafiek: Met een score van 36% komt bezorgdheid over de opslag en het gebruik van werknemersgegevens op de eerste plaats. Dit wordt op de voet gevolgd door werkgevers die worstelen met te veel gegevensbronnen met 32% en een gebrek aan tijd voor het team om zich te wijden aan statistieken met 31%. Op de 4e en 5e positie, met 28% en 25%, staan een gebrek aan technologie en een gebrek aan betrokkenheid van het C-niveau. Ten slotte bevinden gegevens van slechte kwaliteit en niet weten waar te beginnen zich op de gedeelde 6e positie met 17%, wat aantoont dat er nog steeds een probleem is met de toegang tot betrouwbare gegevens en richtlijnen voor het effectief analyseren daarvan.